Zelfontplooiing

De Vrijmetselarij kent de graden van Leerling, Gezel en Meester, naar het voorbeeld van de oude ambachtsverenigingen. Deze graden geven geen hiërarchie onder de leden aan, maar eerder dat vaardigheid in de methode van de Vrijmetselarij geleidelijk verworven wordt.

We worden aangenomen als lid van de loge in de graad van leerling. De leerling krijgt de opdracht aan zichzelf te arbeiden en wordt geconfronteerd met onze omgangsvormen, zoals de manier van discussiëren, vredelievend ruziën en conflicten oplossen. Na een jaar volgt een rituele bevordering tot de graad van gezel, waarbij de symbolische instrumenten aangereikt worden om het gedachtengoed van de Vrijmetselarij in het dagelijkse leven toe te passen. Na nog een jaar volgt de rituele verheffing tot de meestergraad, waarbij ingegaan wordt op het levensmysterie.

Deze drie graden kunnen gezien worden als drie verschillende symbolische werkwijzen waaruit we steeds nieuwe inzichten kunnen halen. Ook de meest ervaren meesters blijven zich als leerling ontwikkelen.